Groene politiek en het optimisme

De Nederlandse politiek wordt provincialer en de traditionele media krimpen mee. Haagse macht glipt al jarenlang weg richting Europese Unie. Prima volgens mij, al wordt daar ook anders over gedacht. Grappig eigenlijk: bij de komende verkiezingen voor de Provinciale Staten is stikstof ineens top-issue en laten daar nou juist op EU-niveau al besluiten over genomen zijn. Dat zal wat worden als BBB en JA21 straks merken dat zij lid worden van een uitvoeringsmachine. In ieder Nederlands provinciehuis staat straks een olifant in de kamer: de naderende klimaatramp. Hoe gaat het eigenlijk met onze enige echte klimaatpartij?

Jesse Klaver kijkt naar de formule 1 races en vindt die leuk. Dat zei hij in een praatprogramma een paar dagen geleden. Hij wist zelfs hoe de kwalificaties waren verlopen. Een verrassing bij een politicus die – als ik het goed zie – de leider zou kunnen worden van een fusiepartij op links. Op zijn weg daarheen kan een klein maar belangrijk deel van Klavers toekomstige achterban zijn probleem worden, namelijk het wat humorloze partijkader van de PvdA.   

Het PvdA-kader lijdt aan een soort gereformeerde besmettingsangst: wie met pek omgaat wordt ermee besmet. In politieke termen: “wie van onze partij succesvol opereert in ‘Den Haag’ in de landelijke politiek, die houden wij scherp in de gaten dat is onze plicht en onze opdracht (en onze machtsbasis en onze reden van bestaan)”. Drijft onze man die daar in het Haagse Torentje in en uit loopt (of er als minister-president zijn bureau heeft) niet te veel af naar ‘de markt’? Diederik Samson is het klassieke voorbeeld van zo’n sociaaldemocraat. Zijn succes en zijn kwaliteit zijn hem in de Amsterdamse partijburelen tot op de dag van vandaag niet vergeven. Hij zit sindsdien in een zeer invloedrijke positie in Brussel. Het Europese klimaatbeleid vaart er wel bij.

Klaver is een talent in de Nederlandse politiek. Hij loopt al een flinke tijd mee maar brak nog niet echt door. In het begin dacht ik, laat hij iets richting het midden van de Nederlandse politiek opschuiven, laat hij met zijn persoonlijkheid de GroenLinks achterban uitbreiden ver buiten die oude kern van wandelaars op geitenwollen sokken en de ‘generatie’ die zich aan mooie schilderijen vastplakt, kortom met mensen die intuïtief aanvoelen dat het aanpakken van het klimaatprobleem niet kan wachten op “het fundamenteel veranderen van de economische structuur”. Vooral niet als die laatste erg vaag wordt geformuleerd en er impliciet ook nog vanuit wordt gegaan dat Nederland in de wereld voorop kan lopen met zo’n structuurverandering.  

Het vermogen ergens plezier in te kunnen hebben, om iets simpelweg leuk te vinden zelfs al hoort het in de categorie “oppervlakkig vermaak” is voor een politicus belangrijk. Een leider op links moet niet geobsedeerd zijn door zorgelijke ontwikkelingen, onrecht en dingen die fout gaan. Ook positieve ontwikkelingen zien bedoel ik en je hersens niet laten afdrijven naar doemscenario’s. Politiek is problemen benoemen in praktische termen en ze gaan oplossen. Sla dat vergaderzaaltje met gemelijke partijkaders een keer over en geef je over aan de verslavende aanblik van die prachtige, monsterachtige racewagens die als vluchtende kakkerlakken over het asfalt schieten. En trouwens, formule 1 of synchroonzwemmen dat maakt niet uit.

Ik neem aan dat Klaver ook kijkt naar hoe de Grünen in Duitsland meeregeren. Als je ziet hoezeer klimaat en natuur op dit moment ook in ons land zijn aangekomen in het midden van de samenleving dan heeft de partij een erg bescheiden plaats in de Nederlandse politiek. Robert Habeck zou het Duitse model voor een toekomstige Jesse Klaver kunnen zijn. Hij is minister Economische Zaken en Klimaat, een essentiële combinatie in de komende jaren. Ook Habeck heeft te maken met partijbureaucraten, doemdenkers en ideologische Strijders Tegen Het Kwaad. Habeck en Klaver zijn beiden politieke slangenmensen en kunnen een goed verhaal overbrengen via de media: decarboniseren zonder de-industrialisatie en werkloosheid.

Waarom komt Jesse Klaver in een belangrijke lezing in hemelsnaam met Joop de Uyl aanzetten? Hier spreekt Habeck vanuit het politiek incorrecte oord Qatar. En hier spreekt hij op gedurfde wijze die kiezer toe die alleen uit zijn stoel komt als de overheid betaalt (zet het schuifje op 6.00 minuten). Klaver zal zich moeten richten op het thema klimaat en economie. Niet alleen, om het op z’n Duits te zeggen als Fundi maar ook als Realo. Niet klagend en verwijtend en zoekend naar schuldigen maar optimistisch. Mijn gevoel zegt mij namelijk dat groene politiek economisch mogelijk is en de komende dertig jaar succesvol zal zijn. Habeck krijgt dit jaar voor zijn communicatie de belangrijke Ludwig-Börne-Preis.

Robert Habeck, Duits minister van Economische Zaken en Klimaat