Erdogan: Brokkenpiloot?

In Istanboel-stad wonen bijna 11 miljoen mensen. Deze megapolis ligt als een inktvis met zijn armen langs het water, dat gezien vanaf het Topkapipaleis naar drie kanten uitwaaiert. Wij voeren jaren geleden over een van die wateren naar de Prinseneilanden. Die heten zo omdat prinsen die destijds aan het hof van de sultan in ongenade waren gevallen daarheen werden verbannen. Je vaart een uur lang dicht onder de kust waar je een van de armen van de inktvis ziet: een eindeloze zee van huizen en kantoren.

De Prinseneilanden waren mooi en romantisch maar dat laatste kwam misschien ook omdat wij in een bruiloft verzeild raakten. Voor menige prins zal het wel geen pretje zijn geweest om daar naar de glinsterende zee te zitten staren, wetende dat de sultan driehonderd vrouwen tot zijn beschikking had (zei onze gids met een ondeugende blik, die ook bij drie vrouwen al niet had misstaan). Enfin, zoveel vrouwen zal ook wel weer zijn verplichtingen geven.

Het Nabije Oosten heeft altijd de fantasie geprikkeld van Europeanen. Vooral in de achttiende en negentiende eeuw. De twintigste eeuwse schilder Paul Klee heeft er net als tientallen van zijn collega’s mooie schilderijen gemaakt. Klee was niet meer van de romantiek maar van de bijzondere kleuren. Het “oriëntalisme” was een romantische kijk op het gebied dat toen bestond uit het Turkse (Ottomaanse) rijk en Noord-Afrika tot aan Marokko. Het oriëntalisme begeleidde de harde politieke realiteit: het “oprollen” van de Turkse macht door de moderne Europese koloniale machten. De Palestijnse Amerikaan Edward Saïd heeft er over geschreven: mooi maar ook bitter.

Vanaf de jaren ’60 tot zo’n tien jaar geleden bestond Turkije in Nederland nauwelijks. Er waren hier Turkse gastarbeiders natuurlijk en je kon daar goedkoop op vakantie met een totaalarrangement met onbeperkt eten voor een vast bedrag. Dat was niet niks natuurlijk, maar toch wat anders dan een belangrijk land. Politiek geïnteresseerden wisten ook niet meer dan dat de generaals er de wind onder hielden, dat het land braaf deed wat het Westen wilde en dat dus de binnenlandse politiek niet interessant was.

Turkije is nu een “economische tijger”. Het heeft bijna tachtig miljoen inwoners en een jonge bevolking die snel groeit. Het ligt zeer strategisch tussen Europa, Rusland, Iran, Irak …. enfin in de buurt van veel landen waar ruzie is of potentiële conflicten zijn. Toen wij in Europa even niet opletten is de “achterbuurt” van Turkije, de Anatolische Hoogvlakte veranderd in een kraamkamer van honderdduizenden bedrijven die produceren, exporteren en importeren. Een land waar ik graag over lees. Er zijn grote Turkije kenners in Nederland. De Leidse professor Zürcher bijvoorbeeld. Ik kom zulke mensen zelden tegen in de media. Jammer, ik weet niet waar dat aan ligt. De krant die ik geregeld lees is de NRC. Die doet het goed de laatste jaren.

De NRC moet zijn weg nog steeds beetje vinden in de nieuwe verhoudingen in het Midden-Oosten. Dat idee heb ik wel. Neem Turkije. Daar gebeurde twaalf jaar geleden iets dat lijkt op wat nu in Egypte plaats vindt. Militairen die uit het centrum van de macht worden gedrongen door nieuwe politieke krachten die in westerse media meteen het etiket “fundamentalistisch” opgeplakt kregen. Terwijl het meer gaat om een CDA-achtige visie op de politiek. Terwijl het (zeker in Turkije) gaat om de politieke representatie van een opkomende middenklasse. En de mate van revolutionair fanatisme van de middenklasse is daar waarschijnlijk gelijk aan dat van een gemiddeld CDA-lid bij wie de winkel goed loopt: nagenoeg nul.

Al een aantal jaren valt mij op dat de berichtgeving in de NRC over Turkije iets zurigs heeft. Alsof het niet goed met het land kan aflopen. Of met de heersende AKP-partij. Of met de heer Erdogan. Een week geleden stond er een artikel met daarboven de kop “Brokkenpiloot Erdogan”. De kop dekte de lading, want premier Erdogan kan volgens de schrijver niet iets oppakken of het wordt een debacle. Vooral de breuk tussen Turkije en Israël toont kennelijk aan dat Erdogan er weinig van begrijpt. Ik zou “het Turkije-team” van de krant (met de ambitie de Nederlands kwaliteitskrant te zijn) enkele dingen in overweging willen geven.

1 Zoals het wat mager is alle ontwikkelingen in Rusland aan “meneer Poetin” op te hangen is Turkije meer dan “meneer Erdogan”.
2 De Lex Luyendijk (zie vorige column) werkt ook hier: de stad Istanboel, hoewel groot en indrukwekkend, is niet heel Turkije.
3 De Turkse militairen zijn enigszins uit beeld, maar zij zijn niet echt weg. Zij beheren, net als in Egypte een grote sector van de economie. Svp meer aandacht daarvoor.
4 De breuk met Israël mag door de correspondent betreurd worden (die indruk heb ik) maar hij wordt bepaald door strategische overwegingen, niet door de veronderstelde emoties van meneer Erdogan.

Waarom horen wij zo weinig van Joost Lagendijk? Zie: “How not to make a new constitution” (http://www.todayszaman.com/columnist-300225-how-not-to-make-a-new-constitution.html)

Jan Schnerr
5 december 2012

20121206-164820.jpg
Tansu Çiller; de uiterst ambitieuze premier vanaf 1993

2 thoughts on “Erdogan: Brokkenpiloot?

Plaats een reactie