Water in Jakarta

In deze tijd valt er veel regen op Java. In een arm land met overbevolking (op Java is die extreem) mag je dan problemen verwachten. In de afgelegen kustgebieden bijvoorbeeld, richting Surabaya in het oosten. Dat zou je verwachten. En niet in de zakenmetropool Jakarta, het hart en de bruisende hoofdstad van een van de economische tijgers van deze wereld, Indonesië. De realiteit is anders.

Jakarta heeft achttien miljoen inwoners. In het zakencentrum, tien kilometer verderop schat ik, staan de wolkenkrabbers te glimmen van de groei en de stijgende beurskoersen en van de regen. Wij kunnen er niet komen omdat in de straten rond het hotel vijftig centimeter water staat. Wat vervelend is: een trip naar Bandoeng (de plaats van de eerste jaren van mijn jeugd) gaat niet door. En iets vervelender nog: hoe komen wij morgen naar het vliegveld?

Wat te doen? Anderhalve dag op een saaie hotelkamer zitten is een ramp. Een van de mogelijkheden is, de “mall” te bezoeken die trouwens uitkomt op de hal van het hotel. Al lopende en verdwalende door dit megawinkelcentrum met vijf verdiepingen en tientallen “zijstraten” (het is een airconditioned stad op zichzelf met, het zou mij niet verbazen: 1000 tot 1500 winkels) verbazen wij ons over de gelijkenis met de malls in Dubai. Als buitenaardse Aliens hier landen dan voelen zij zich meteen thuis. Zo sfeervol is het. Wij vinden de schuifdeur terug die uitkomt op de hotellobby en lopen door naar buiten, de vochtige hitte in. Brommers ploegen aan de overkant van de straat over een strook waar het water maar dertig centimeter hoog staat. De honderden betjaks met de magere mannen die ze voorttrekken, zijn spoorloos verdwenen. Zij zijn de zichtbare vertegenwoordigers van de miljoenen “losers”. De miljoenen die de aansluiting met de nieuwe middenklasse zullen verliezen. Ik ontdek er een achter een palmboom. Slapend op de zetel waar de klant het vandaag laat afweten. Van een plastic zeiltje heeft hij een afdak gemaakt.

Na de mall is er nog een buitenzwembad van waaruit je de watersituatie aan de achterkant van het hotel kunt bekijken. De irrationele hoop dat het water daar lager staat dan aan de voorkant wordt gelogenstraft. Dan is er nog de fitnessruimte. Een opgewekte Indonesische atleet met een glimlach waar je niet tegenop kunt, geeft instructie. Er is verder niemand. Wat zou hij verdienen? Er liggen nog vele uren voor je. Een Indonesische krant: alles over de watersnood. Het is veel omvangrijker dan ik dacht. De autoriteiten worden niet aangevallen is mijn indruk. Zij lijken weg te komen met kletsverhalen. Er slingeren een paar internationale kranten rond.

Ik lees iets vreemds. De nieuwe gouverneur van Jakarta verteld dat “De Hollanders” zeventig jaar geleden 300 dammen en “lakes” (spaarbekkens) hadden gebouwd. Daarvan zijn er nu nog 50 over. Terwijl het Nederlands koloniaal bestuur dat toen had geprojecteerd op een zeer veel kleiner Jakarta. “Je kunt niet alles zomaar afbreken”, aldus de gouverneur. Dit betekent dat de overheid in extreme mate disfunctioneert, ook op het gebied van de infrastructuur. Als dat in Jakarta zo is, dan zeker elders op Java. En is het op Java zo dan in nog sterkere mate op de duizenden eilanden buiten het machtscentrum. De hotelmanager, een Fransman, bevestigt het: deze stad is niet meer te saneren. Als je er nog wat van wil maken moet je ver buiten de stad helemaal opnieuw beginnen. Dat gaat dus niet gebeuren.
De Indonesische tijger dendert voort als een machtige economische reus. Maar op lemen voeten, met zo’n overheid.

Hieronder twee mensen die je niet gauw in de mall zult tegenkomen.

Jan Schnerr
17 januari 2013

20130218-172543.jpg
Water waar wij het niet willen hebben

20130218-172658.jpg
Water waar het hoort

2 thoughts on “Water in Jakarta

  1. Beste Jan,
    In begin zeventiger jaren hebben we twee jaar in Kebajoran Baru gewoond. Ongeveer 4 km van hotel Indonesia. Het watermanagement was toen ook al heel zwak, maar overstromingen van stadsdelen waren er toen nog niet.
    *
    Die arme mensen bouwen de banjirkanalen vol. Maar wij in Holland hebben ook veel in uiterwaarden gebouwd omdat we dachten dat we alle overstromingen wel onder controle hadden.
    *
    Je zult wel al een heel plan hebben betreffende wat je allemaal wilt zien. De echte oude passar Senèn zal wel gemoderniseerd zijn. Wij woonden in Djalan Widjaja Tiga op no 15A (eigenlijk 13); Blok M was de winkelbuurt.
    Ik heb het wel eens gelopen, van huis naar de Gambir, was nog een heel eind.
    *
    Tegenover station Gambir, op het Merdeka plein staat het oude KPM hoofdkantoor; daar hadden we kamers in.
    *
    Groeten, Joost en Hilde.

  2. Ik heb het nog eens overgelezen, maar dat het elders nog slechter zou zijn is een misvatting. De rest van de archipel leeft, zoals ze al duizenden jaren leeft. Het is alleen Jakarta waar de modernisering heeft toegeslagen. Niemand in Jakarta trekt zich iets aan van wat er buiten de stad gebeurt en omgekeerd. Ze kunnen allebei volkomen gescheiden bestaan.
    Nogmaals groeten,
    Joost.

Plaats een reactie